Gedurende de zomer was
het betrekkelijk rustig rondom de bereikbaarheid van Wageningen, maar inmiddels
is het proces weer op gang gekomen. De provincie gaat door met de
voorbereidingen voor het inpassingsplan dat de campusroute mogelijk moet maken.
Een update van de recente gebeurtenissen.
Een aantal weken
publiceerde de provincie haar zogenaamde “nota van antwoord”. Dit zeer uitgebreide
document (450 pagina’s!) is opgesteld als antwoord op de 139 zienswijzen die
waren ingediend n.a.v. de Nota Reikwijdte en Detailniveau (NRD; onderzoeksopzet
voor het milieuonderzoek naar de Campusroute). De oplegnotitie, een soort
samenvatting van 'slechts' 13 pagina’s, is hier te vinden.
Uit de oplegnotitie
blijkt dat de provincie serieus omgaat met klachten dat de verkeersprognoses
niet kloppen en de gebruikte modellen achterhaald zijn. De Provincie liet in de
zomer al nieuwe verkeerstellingen uitvoeren en die zullen, samen met vernieuwde
landelijke toekomstscenario’s (van het CBP), de basis vormen van een
geactualiseerd verkeersmodel. Overigens was de BBR op 12 juni aanwezig bij een
voorlichtingsmiddag over de werking van verkeersmodellen, verzorgd door de
provincie.
Veel zienswijzen wezen
ook op de mogelijkheid om de busbaan te gebruiken voor doorgaand verkeer,
waardoor de campusroute overbodig zou worden. Maar gezien het belang van een
snelle en betrouwbare OV verbinding tussen Ede en Wageningen vindt de provincie
het opheffen van een vrijliggende busbaan ten behoeve van het autoverkeer onwenselijk.
Bovendien zou de verkeersstroom zo groot worden (10.000 tot 15.000
motorvoertuigen per dag) dat er ongelijkvloerse kruisingen met alle kruisende
fietsstromen moeten worden aangelegd.
De provincie wil geen
gehoor geven aan de oproep om een MKBA (Maatschappelijke Kosten Baten Analyse).
Men wil het houden bij het ramen van de investeringskosten omdat dat de meest
gebruikelijke manier is. De effecten van de campusroute op de omgeving worden
onderzocht (en betrokken bij de besluitvorming) via het
milieuonderzoek (MER).
Ook het sluipverkeer over
de Mansholtlaan en Diedenweg werd in veel zienswijzen genoemd. De provincie
geeft aan dat er al gekeken wordt hoe dit verkeer ontmoedigd kan worden, maar
dat de route ook een belangrijke functie heeft voor het doorgaande verkeer,
juist in het geval van grote calamiteiten op de A12 of A50. Afsluiten van de
route voor bijvoorbeeld vrachtverkeer is daarom niet wenselijk.
Uitbreiden van het
zoekgebied, met als doel de A-varianten weer in het onderzoek te betrekken,
ziet de provincie ook niet zitten. Men staat pal achter de doorlopen
“trechtering”, het eerdere proces waarbij verschillende varianten om
uiteenlopende redenen afvielen. Wel zal men deze trechtering nogmaals bekijken
met het geactualiseerde verkeersmodel. De oplossing zal echter in alle gevallen
moeten voldoen aan de gestelde doelen (voldoende doorstroming in 2030) en
“financiële kaders” (lees: mag niet onnodig duur zijn).
Het plan is nu om naar de
inpassing van verschillende mogelijke tracé’s te gaan kijken tijdens de
ontwerpateliers. Hierbij krijgen inwoners de kans om concrete voorstellen te
doen over waar de weg precies moet komen, of om oplossingen aan te dragen om
knelpunten op te lossen. De varianten die in deze bijeenkomsten van de
tekentafel komen, worden ook bekeken op milieueffecten en er worden
kostenramingen gemaakt. Op basis van dit
alles zal Gedeputeerde Staten een voorkeurstracé bepalen dat uiteindelijk in
het inpassingsplan terecht komt. Het is dan aan Provinciale Staten om dit
inpassingsplan goed te keuren.
Meer info is te vinden
op:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten