woensdag 3 oktober 2018

Update bereikbaarheid Wageningen en de campusroute


Gedurende de zomer was het betrekkelijk rustig rondom de bereikbaarheid van Wageningen, maar inmiddels is het proces weer op gang gekomen. De provincie gaat door met de voorbereidingen voor het inpassingsplan dat de campusroute mogelijk moet maken. Een update van de recente gebeurtenissen. 


Een aantal weken publiceerde de provincie haar zogenaamde “nota van antwoord”. Dit zeer uitgebreide document (450 pagina’s!) is opgesteld als antwoord op de 139 zienswijzen die waren ingediend n.a.v. de Nota Reikwijdte en Detailniveau (NRD; onderzoeksopzet voor het milieuonderzoek naar de Campusroute). De oplegnotitie, een soort samenvatting van 'slechts' 13 pagina’s, is hier te vinden.

Uit de oplegnotitie blijkt dat de provincie serieus omgaat met klachten dat de verkeersprognoses niet kloppen en de gebruikte modellen achterhaald zijn. De Provincie liet in de zomer al nieuwe verkeerstellingen uitvoeren en die zullen, samen met vernieuwde landelijke toekomstscenario’s (van het CBP), de basis vormen van een geactualiseerd verkeersmodel. Overigens was de BBR op 12 juni aanwezig bij een voorlichtingsmiddag over de werking van verkeersmodellen, verzorgd door de provincie.

Veel zienswijzen wezen ook op de mogelijkheid om de busbaan te gebruiken voor doorgaand verkeer, waardoor de campusroute overbodig zou worden. Maar gezien het belang van een snelle en betrouwbare OV verbinding tussen Ede en Wageningen vindt de provincie het opheffen van een vrijliggende busbaan ten behoeve van het autoverkeer onwenselijk. Bovendien zou de verkeersstroom zo groot worden (10.000 tot 15.000 motorvoertuigen per dag) dat er ongelijkvloerse kruisingen met alle kruisende fietsstromen moeten worden aangelegd.

De provincie wil geen gehoor geven aan de oproep om een MKBA (Maatschappelijke Kosten Baten Analyse). Men wil het houden bij het ramen van de investeringskosten omdat dat de meest gebruikelijke manier is. De effecten van de campusroute op de omgeving worden onderzocht (en betrokken bij de besluitvorming) via het milieuonderzoek (MER).

Ook het sluipverkeer over de Mansholtlaan en Diedenweg werd in veel zienswijzen genoemd. De provincie geeft aan dat er al gekeken wordt hoe dit verkeer ontmoedigd kan worden, maar dat de route ook een belangrijke functie heeft voor het doorgaande verkeer, juist in het geval van grote calamiteiten op de A12 of A50. Afsluiten van de route voor bijvoorbeeld vrachtverkeer is daarom niet wenselijk.

Uitbreiden van het zoekgebied, met als doel de A-varianten weer in het onderzoek te betrekken, ziet de provincie ook niet zitten. Men staat pal achter de doorlopen “trechtering”, het eerdere proces waarbij verschillende varianten om uiteenlopende redenen afvielen. Wel zal men deze trechtering nogmaals bekijken met het geactualiseerde verkeersmodel. De oplossing zal echter in alle gevallen moeten voldoen aan de gestelde doelen (voldoende doorstroming in 2030) en “financiële kaders” (lees: mag niet onnodig duur zijn).

Het plan is nu om naar de inpassing van verschillende mogelijke tracé’s te gaan kijken tijdens de ontwerpateliers. Hierbij krijgen inwoners de kans om concrete voorstellen te doen over waar de weg precies moet komen, of om oplossingen aan te dragen om knelpunten op te lossen. De varianten die in deze bijeenkomsten van de tekentafel komen, worden ook bekeken op milieueffecten en er worden kostenramingen gemaakt. Op basis  van dit alles zal Gedeputeerde Staten een voorkeurstracé bepalen dat uiteindelijk in het inpassingsplan terecht komt. Het is dan aan Provinciale Staten om dit inpassingsplan goed te keuren.

Meer info is te vinden op:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten